Gletsjers en Queenstown en omgeving

3 april 2014 - Queenstown, Nieuw-Zeeland

31 maart

We hebben geslapen als een marmot op onze camping in het regenwoud. We zijn toch wel op tijd wakker maar besluiten rustig aan te doen. Arno wil nog wat foto’s op internet zetten. Om 10 uur moeten we van de camping zijn maar gelukkig hij is op tijd klaar. Het is nu niet zo druk dus ik denk niet dat ze er erg de hand aan houden maar toch, we hebben geen zin in moppers.

De Franz Josef gletsjer is ons eerste doel. We gaan de Sentinel Walk doen, een wandeling eerst door het bos en daarna door de rivierbedding van de gletsjer. Hij moet 2 maal zo lang geweest zijn , dat is bijna niet voor te stellen. Maar hij smelt in rap tempo , zo’n 200 meter in 18 maanden.  Hier op het Zuidereiland valt veel regen en daarom komt er toch regelmatig nieuwe sneeuw op de gletsjer. Het zal wel komen dat het hier herfst is want wij kunnen hem alleen van 500 m afstand “bewonderen” en dat was toch wel een beetje ver weg.

Ze zijn hier heel voorzichtig geworden omdat en aantal jonge mannen onder de sneeuw zijn gekomen  een aantal jaren geleden toen ze van dichtbij een foto wilden maken. Maar het gevoel bekruipt me ook wel erg dat het vooral een manier is om geld te verdienen. Twee uur later zijn we terug op de parkeerplaats.

Fox glacier is 25 km verderop, weliswaar een behoorlijke kronkelweg maar daar zijn we inmiddels aan gewend. Ook zijn ze hier  gek op 1 baans bruggetjes , ze worden keurig van te voren aangegeven maar ik denk dat we er ondertussen wel tussen de 40 á 50 gehad hebben. Er was er zelfs een bij waar ook nog een trein overheen reed. Toen we hem  opreden kwam er een bus aan, die stopte netjes maar Arno schrok zich dood en dacht dat het een trein was.

Bij Fox glacier kozen we voor de Valley Walk. Bij deze gletsjer konden we wat dichterbij komen, 200 m. We hadden hem sneller kunnen lopen maar we zijn een tijdje op het uitzichtpunt blijven staan omdat we in de verte mensen zagen lopen. Je kan hier guided walks doen, die kunnen bestaan uit: in 2 uur naar de  voet van de gletsjer en dan mag je de laatste 200 ook nog lopen of een walk van een hele of halve dag en dan mag je op het ijs. Ik vond het van ver al een enge bedoening dus niets voor ons.

Arno kon het niet laten en is nog even over de draad gestapt en is het pad ook nog wat verder afgelopen maar het was niet zo spectaculair. Gelukkig hebben we ze gisteren  met de heli van veel dichterbij gezien, af en toe bleef de helicopter op een plaats hangen en kon je ook heel goed zien hoe dik het ijs was. Ook over deze wandeling 2 uur gedaan.

We hebben het gehad en zoeken de camping op, dit keer een kleine met maar 25 plaatsjes. In het bos hier dichtbij zitten glowworms, kleine wormen die licht geven in het donker. De hop man van de camping heeft ons attent gemaakt op het feit dat in het naast gelegen bos “glowworms”te zien zijn  dus wij toen het donker was het bos in . We kwamen een hele groep giechelende  Japanners tegen , die er voor zorgden dat we eerst niet veel zagen. Alle zaklantarens moeten uit en het moet stil zijn en inderdaad het was net of er allerlei kleine sterretjes gingen schijnen. De glimwormpjes lichten zelf op om insecten aan te trekken , Ze maken een soort slijmerig spinrag en hopen dat de insecten daaraan blijven kleven. Het waren op bepaalde plaatsen net verlichte kapelletjes.

1 april

We zijn om half zeven wakker en het is nog aardedonker. We staan zo vroeg op omdat we de zonsopgang willen zien bij Lake Matheson. Dit meer moet een heel mooi spiegelend beeld geven van de besneeuwde bergen rondom. Om half acht zijn we bij het meer. We draaien linksom langs het meer om zo met de zon mee te draaien. Helaas is het niet zo helder als we gehoopt hadden maar het leverde toch mooie plaatjes op. We vonden het zo bijzonder dat we op drie kwart van de wandeling zijn omgedraaid en alles nog eens hebben bekeken. Het licht was toen lang niet zo mooi en er was ondertussen een bus vol Canadese tieners op schoolreis gearriveerd.

Terug op de parkeerplaats kwamen we Australische mensen tegen die we gisteren bij de Fox Glacier hadden gezien toen Arno over de draad was gestapt (van de guided tours), zij vertelden ons dat als we even iets verder doorreden, we een prachtig beeld zouden hebben van de gletsjer, veel mooier dan gisteren. Zo gezegd zo gedaan, je zag de gletsjer van veraf maar wel bijna in zijn geheel.

We willen vandaag naar Wanaka, dat is 270 km verder, dus het wordt een lange dag. Eerst komen we langs Bruce Bay, dat ligt maar 30 km van de gletsjers, waar we koffie drinken. De mist komt flink op en tegen dat we verder rijden zit het bijna helemaal dicht. Er waait is flinke wind. We lezen op een bord dat er tussen hier en Antartica geen land meer ligt, dat is een heel vreemd idee.

De weg die we rijden zit  bij tijden weer vol bochten en eenbaans bruggetjes, 38 welgeteld. Het verkeer is rustig dus we schieten lekker op. We maken nog twee keer een stop een keer bij de Thunder Falls, (net de watervallen van Coo) en bij de Blue Pools, een wandeling van een uur naar een rivier die een bijzondere kleur blauw zijn. Onderweg komen we weer 2 swingbruggen tegen maar deze zijn wat breder dan onze eerste. Het is mooi, maar we hebben het snel gezien want we worden weer opgegeten door de kleine vliegjes. Ze zitten overal: op je voeten , benen , je handen en in je haar en happen stukjes uit je vel en dat jeukt verschrikkelijk. Ik ben net een speldenkussen. Ik ben zelfs 5 keer onder mijn trouwring geprikt.

We rijden langs Lake Wanaka  maar vooral langs Lake Hawea , het ziet er prachtig uit in de late middagzon. Alleen is het weer jammer dat we niet overal kunnen stoppen. Op elke plaats komen we onze vrienden van de gletsjer tegen en ook als we aan het bier zitten na een lange dag rijden draaien zij ook de camping op. We hebben gezellig koffiegedronken met ze “s avonds. Altijd leuk een babbeltje op de camping.

2 April

Vandaag spreken we af om  rustig aan te doen. We hoeven niet ver maar besluiten een omweg te maken. Arno heeft iets met spookstadjes , gunfights en cowboys., dat zal wel een jongensding zijn. We gaan Bendigo bekijken ,een spookstadje dat vroeger een goudmijn had en dus nu een historische plek is.

We rijden een gravelweg op , het eerste stuk gaat nog wel maar dan gaat het ineens steil omhoog en is het maar een baantje breed. Dat is billenknijpen. We bidden dat we geen tegenliggers tegen komen maar gelukkig  komen heelhuids we op de carpark aan. Er zijn nog 3 oude dametjes met een klein autootje en dan wij met onze bak. We zien een kale vlakte met hier en daar wat stenen overblijfselen van huisjes. We moeten wel erg lachen want dit gebeurd ons regelmatig. We denken iets interessants te gaan zien maar daar aangekomen valt het ontzettend tegen mede omdat veel hier van hout gebouwd is en als het verlaten wordt zo weg is. We lezen de documentatie en gaan weer naar beneden, alles gaat goed.

De volgende stop is Lake Dunsten, weer een andere kleur blauw maar lang niet zo mooi als Lake Hawea.  De zon schijnt lekker en we vinden een picnic plaatsje aan het water.

We boffen ontzettend met het weer, voor ons is dit een heerlijke temperatuur. Het is hier helemaal geen goede zomer geweest en nu is het al heel lang droog. Dat is goed te zien aan al het gele gras . Op sommige weiden sproeien de boeren hun gras om genoeg voer te hebben voor hun koeien. Als we niet langs weilanden of bergen rijden, rijden we nu langs heel veel wijngaarden.

De druivenstruiken doen het heel goed op rotsachtige grond en kunnen beter tegen de droogte. Er zijn hier onderhand meer wijngaarden dan in Frankrijk. Nieuw Zeeland staat vooral bekend om zijn goede Savignon Blanc en Pinot Gris.

De reis gaat naar Queenstown , de adrenaline hoofdstad van Nieuw-Zeeland. Het bungyjumpen is hier uitgevonden dus gaan wij een kijkje nemen. Altijd leuk voor de jeugd en dus big business.

We bekijken Arrowtown nog even, dit stadje heeft nog wat oude houten gebouwen uit vroeger tijden, helaas zitten er allemaal dure kledingzaken in en staat het vol met geparkeerde auto’s. Een leuke foto is dus moeilijk te maken.

De camping die we opzoeken zit op loopafstand van het centrum en na het eten lopen we het stadje nog even in. Het is een drukte van belang, zo’n drukte hebben we nog niet eerder meegemaakt en zeker niet ’s-avonds. Wel gezellig maar wij gaan als het donker is terug voor onze koffie.

3 April

Het is fris vanmorgen. We starten rustig op want we hebben geen druk  programma. De Gondola ligt op 500 m van de camping en we hebben hem de hele avond kunnen zien. Bovenaan ligt een restaurant en van daaruit heb je een prachtig uitzicht over het meer en over Queenstown.

Het is behoorlijk druk in Queenstown, nog nergens hebben we het zo druk meegemaakt. Nu kan je hier veel dingen doen: met een sleetje een stukje de berg af en met een klein kabelbaantje weer terug naar boven.

Een tandemsprong maken met een parasailer en bungyjumpen. De tandemsprong leek ons wel wat maar doen we niet, want we hebben gehoord dat iemand bij de landing zijn beide enkels brak. (op onze leeftijd worden de botten wat broos) De bungyjump is maar een kleintje, je duikt zo met je hoofd naar beneden het bos in. Queenstown is vooral een stad voor jonge mensen.

In het begin van de middag gaan we door. Wij gaan weer op pad naar de kust maar nu niet naar het strand maar naar de fjorden: de Milford Sound en de Doubtfull Sound.

Je kan boottochtjes maken in beide fjorden. We weten nog niet precies wat het gaat worden want zoals alle toeristische dingen hier zijn ook deze tochtjes weer behoorlijk aan de prijs.

De weg gaat niet zoals ik gedacht had door de bergen maar we rijden door allerlei valleien, het ene moment lijkt het of we op de prairie in het wilde westen zitten en de andere keer is  het weer heel groen met weilanden met schapen of herten. Al met al een leuk tochtje en het schiet lekker op omdat er nauwelijks hoogteverschil is.

Om vier uur komen we aan in Te Anau, een goede uitvalbasis om vandaar uit de fjorden te gaan bekijken. Ik boek nog even de camping in Milford Sound, want er is er maar een en waarschijnlijk is hij niet vol maar anders moeten we weer 62 km terug om op een natuurcamping te gaan staan.

Het wordt een rustige avond, eindelijk weer eens in mijn boek lezen.

 

Foto’s

4 Reacties

  1. Guido&Lydeke:
    2 april 2014
    Wat een prachtige reis maken jullie! Ik blijf genieten van het verslag en de plaatjes.
  2. Mimi van Erp:
    3 april 2014
    Christine, wat ben je toch een goede verteller van reisverhalen. Compliment....en Arno maar rijden. Jullie genieten echt, ondanks de vele speldenprikken. De reis is ook prachtig. We genieten mee.
    Dolf en Mimi
  3. Toos:
    3 april 2014
    Mooie verhalen ik geniet net zoveel als jullie en tussendoor wat FaceTime he christientje
  4. Bas en Berry:
    4 april 2014
    wederom dank voor de prachtige reisverhalen en dito foto's.
    jullie kunnen er wat van!!!
    lieve groet van bas en berry.