Southland

7 april 2014 - Stewart Island, Nieuw-Zeeland

6 April

In Colac Bay, de plaats waar de Tasmanzee  eindigt en de Pacific begint worden we weer wakker. Het is ons gisterenavond nog gelukt om wat op internet te zetten, we moesten wel in het rookhol van het cafe gaan staan want daar hadden we bereik. Jullie zien het, niets is ons te veel om jullie op de hoogte te houden.

De avond en nacht heeft het gemiezerd maar als we opstaan is het weer droog. De reis gaat naar Bluff de zuidelijkste plaats van het Zuidereiland. We rijden weer langs weiden vol schapen en lammetjes en passeren Invercargill , daar doen we de boodschappen. Veel meer is er in deze plaats niet te beleven. Een lange hoofdstraat vol winkeltjes, die bijna allemaal op zondag open zijn. Mijn broer vertelde me dat Mick Jagger van Invergargill zei: its  the ash of the world , daarom maar snel door naar Bluff.

We willen morgen graag met de boot over naar Stewart Island, dus gaan we eerst langs bij het havenkantoor. Geen probleem, pas met Pasen wordt het weer druk. We nemen de informatie mee en laten het morgen van het weer afhangen. Vandaag is het ook weer goed weer , lang niet zo koud als we verwacht hadden. De jas hoeft niet aan en er is regelmatig zon. We bekijken Stirling Point, de plaats waar de meest gefotografeerde wegwijzer van de wereld staat. De campground van Bluff zijn we dan al voorbij gereden, hij is helemaal leeg. Keurige plaatsjes met uitzicht op zee, keurige voorzieningen inclusief een prima ingerichte keuken.

Er is alleen geen receptie te vinden. Als we nog eens kijken blijkt op een tafeltje in de keuken enveloppen te liggen aan de wand een prijslijst met de vraag of je het geld in  de enveloppe wil doen en in een gleuf in de muur willen gooien. Het is toch ongelooflijk dat de mensen hier zo goed van vertrouwen zijn en verbazend genoeg werkt het.

We drinken wat in het zonnetje en Arno trakteert op fish (blue cod) en chips. Het is zondag en dan hoef ik niet te koken. Hij is voor een prikkie klaar: 13 dollar 80.

7 April

Het lijkt goed weer te worden vandaag dus op naar de veerpont. Het is hier wintertijd geworden, de klok een uurtje terug gezet. We zijn nu natuurlijk wel een uur te vroeg wakker en hebben ons niet hoeven haasten.

De boot vertrekt om half tien en doet er een uur over. De straat van Fovaux waar we over varen staat erom bekend nogal ruig te zijn. Ik heb dus maar een half reistabletje ingenomen. Een halfje omdat ik van de week voor ons tochtje op de Milford sounds een hele heb genomen en toen heb ik bijna de hele middag en avond zitten slapen.

Het begin was inderdaad heftig , de boot leek wel een hobbelpaard. Verder op het water ging de boot wat harder en werd het iets rustiger maar als je al ging lopen moest je je wel goed vasthouden. We kwamen aan in in het plaatsje Oban dat ligt in Half Moon Bay. Het dorpje heeft een hotel, een school, een supermarktje en een kleding annex souvenierzaak. Er zijn wat straten met natuurlijk allemaal vrijstaande huizen, het lijkt wel of er in Nieuw Zeeland geen huis gelijk is. Er is meer dan genoeg ruimte voor iedereen dus men bouwt wat men wil. Ook is er een mooi kerkje. Verder is er een zaak waar je een bustripje kan regelen of een fiets of auto huren. Het zonnetje scheen inmiddels lekker, heel anders dan we verwacht hadden, er was een mevrouw op de boot die haar handschoenen aandeed en haar oorwarmers opzette. Ons eerste doel is koffie drinken aan de haven, de cappucino is hier heerlijk.

In gezamenlijk overleg besluiten we een wandeling van drie uur te maken naar de vuurtoren Ackers Point. Het is een mooie wandeling, wat klimmen en dalen maar net leuk. Het is of we het eiland voor ons alleen hebben. We komen onderweg een medewerker van de DOC (department of conservation ) tegen , die bezig is om vogels te tellen en een jonge dame die ook dezelfde wandeling maakt. Ook passeren ons twee  auto’s maar die zijn duidelijk van bewoners. We drinken nog wat bij terugkomst in het dorp en pakken de boot van half vier weer terug. De reis terug verloopt aanzienlijk rustiger. We zien onderweg nog wat albatrossen , die vlak langs de boot scheren, wat een mooi gezicht.

We willen vanavond nog wat kilometers maken naar Curio Bay , daar zouden een uur voor zonsondergang  de zeldzame yellow eyed  pinguin aan land komen. Maar helaas de wintertijd speelt ons parten en we moeten besluiten om een keertje “wild”te gaan kamperen. De zon gaat prachtig onder en wij staan aan de kleine zeearm bij Fortrose. We stonden er gelukkig niet alleen maar wel voor niets. Ik was ook met mijn twee halve tabletjes vroeg onder zeil.

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Mimi van Erp:
    8 april 2014
    Dankzij de goede reisvoorbereiding kunnen jullie ook flexibel zijn, wel of niet met de boot, vroeg of laat naar bed, wel of geen pil tegen reisziekte, lange of korte wandeling enz. En dan fish and chips....heerlijk.